"Dit geldt niet
alleen voor de beschermende ouders. Uit onderzoek blijkt dat ook kinderen die praten over
mishandelingen die hen zijn aangedaan, negatieve emoties kunnen tonen, maar vaak een
neutrale emotie laten zien (Sayfan, Mitchell, Goodman, Eisen, & Qin, 2008). Dit kan er ten
onrechte toe leiden dat wordt gedacht dat zij de waarheid niet vertellen (Sayfan, e.a., 2008)."

“Werkgroep complexe scheidingen - multidisciplinaire samenwerking (2019). Het houdt niet op,
totdat je de slachtoffers beschermt. Complexe scheidingen en vermoedens/beschuldigingen van
huiselijk geweld.”

"Door trauma’s en
angsten die door huiselijk geweld zijn veroorzaakt, kunnen mensen bijvoorbeeld afgevlakte
emoties of juist intense emoties vertonen (Epstein, 1999). Als deze worden toegeschreven aan
scheidingsstress of wraakgevoelens kunnen deze emoties ten onrechte worden gezien als teken
dat de betreffende ouder eerder bezig is met een haatcampagne richting de andere ouder en/of
het perspectief op het belang van de kinderen heeft verloren (Campbell, 2017)."

Een pleger van huiselijk geweld kan omgekeerd, in overeenstemming met het controlerend,
manipulatieve karakter van zijn gedrag, zijn best doen een goede indruk te maken en overkomen
als meewerkend, plezierig, charmant en hierin slagen (Campbell, 2017, Parker, Rogers, Collins,
& Edleson, 2008).

Op het
moment dat er civiele zaken spelen over gezag en of omgang, wordt gesuggereerd dat de
beschuldigingen geen grond hebben anders dan onderdeel van strijd tussen ouders (Nierop, &
Van den Eshof, 2008).

De vaardigheid om zichzelf positief te presenteren en anderen te manipuleren kan er echter
toe leiden dat daders van huiselijk geweld positief uit persoonlijkheidstests naar voren komen
(Neilson, 2004). Ze zijn doorgaans sterk geneigd om hun eigen gedrag onvoldoende te
erkennen, leggen de schuld bij het slachtoffer en/of beschuldigen zelfs het slachtoffer van
mishandeling (Neilson, 2004).

Met name vormen van partner geweld waarbij veel macht, controle en intimidatie (terroriserende
geweld) worden gebruikt, blijken verwarring te scheppen bij buitenstaanders over wat er nu
werkelijk aan de hand is (Neilson, 2004). Deze daders zijn doorgaans erg manipulatief en
vaardig in een positief beeld van zichzelf presenteren (warm, zorgzaam, charmant, behulpzaam)
(Campbell, 2017; Neilson, 2004).

Beschermende ouders, daarentegen, hebben vaak problemen
met hun presentatie in de rechtszaal en tegenover andere professionals/hulpverleners
(Campbell, 2017; Epstein, & Goodman, 2019; Miller, & Manzer, 2019). Door hun ervaringen met de dader kunnen beschermende ouders een verwarde, onwelwillende, angstige, emotieloze of agressieve indruk maken die tegen hen werkt (Campbell, 2017; Epstein, & Goodman, 2019; 49 Miller, & Manzer, 2019; Shea Hart, 2011). Noch op basis van indrukken van iemands persoonlijkheid noch op basis van professionele persoonlijkheidstests zal een uitspraak kunnen
worden gedaan of iemand dader is van huiselijk geweld of dat iemand terecht of ten onrechte aangeeft zelf slachtoffer te zijn of ouder te zijn van een slachtoffer van huiselijk geweld (Silberg,
Dallam, & Samson, 2013). Desalniettemin wordt een persoonlijkheidsonderzoek soms wel met
dit doel ingezet.13